Almond Techniek hetelucht lasföhn BAK Weldon

Tips en missers bij het lassen van kunststof

Tips en missers

Het lassen van kunststoffen is vakwerk. Ondanks een goede lasopleiding en laservaring kan er in de praktijk nog wel eens wat misgaan. De fouten die we regelmatig zien, hebben we voor u op een rij gezet zodat u en uw collega’s ze niet meer hoeven te maken.

  • De oxidelaag is niet of niet voldoende verwijderd. Een ogenschijnlijk onbelangrijke stap, maar het niet verwijderen van de oxidelaag kan meer dan 50% kwaliteitsverlies van de las tot gevolg hebben.
  • Lassen van verschillende kunststoffen. Met name het gebruik van lasdraad van een andere kunststofsoort dan het te lassen materiaal. Dit heeft meestal tot gevolg dat de platen letterlijk niet gelast zijn. De lasdraad is er als een soort lijmrups opgelegd. Bij een buigtest komt de las los.
  • Te hoge temperatuur van het lasextrudaat. Dat zorgt voor een harde, brosse (verbrande) las. De tabel met lastemperaturen geeft aan wat de juiste temperatuur is.
  • De temperatuur van de voorverwarming is te laag of juist te hoog. De moleculen verbinden zich onvoldoende met een slechte las tot gevolg.
  • Te snel lassen. Hierdoor wordt het basismateriaal onvoldoende voorverwarmd en kan het extrudaat zich onvoldoende ‘mengen’ met het bestaande materiaal. Met een kwalitatief slechte las tot gevolg.
  • Verkeerde druk. Te hard of te zacht geeft ook hier de moleculen onvoldoende gelegenheid zich te verbinden.
  • Onder de 5 °C omgevingstemperatuur / plaat-, buistemperatuur mag u niet gaan lassen. Liever niet onder de 10 °C De omgeving en het materiaal zijn te koud, waardoor het niet goed voor te verwarmen is en de las zelf te snel afkoelt. Dat laatste geeft vacuümgaten (tot 50% van de lasnaad)
  • De temperatuur van het materiaal is te laag. De productieruimte is weliswaar op temperatuur, maar wanneer de plaat van buiten of uit een koud magazijn komt, dan kan het alsnog misgaan. Condensvorming / Dauwpunt
  • Niet in regen lassen. Het vocht zorgt voor luchtbellen in de las.
  • Niet in de wind of tocht lassen. De las koelt aan de buitenkant te snel af, wat zorgt voor vacuümgaten in de las.

Zeker weten

We adviseren altijd om het laswerk achteraf te controleren en te testen.

  • Het visueel beoordelen is belangrijk. Kijk naar de vorm. Deze moet vlak tot hol zijn. Geen luchtbellen in het lasvlak. Geen vliezen / rillen waar je met je nagel onder kunt komen. Dat is het begin van een kerf / scheur.
  • Testen kan uiteraard ook. Bijvoorbeeld met een vonkentester of een vacuümklok.
  • De laatste variant is de meest rigoureuze: het destructief testen. Bijvoorbeeld met een trekproef en/of buigproef. Kijken tot hoever de las het houdt. Dat leent zich uiteraard niet voor het product dat u daarna nog naar uw klant moet sturen.